Eerlijk, investeren in vastgoed is een beetje zoals kiezen tussen drie smaken ijs. Je weet dat ze allemaal goed zijn, maar welke past het beste bij jouw stijl, jouw ritme, jouw manier van denken ? Tussen SCPI (die Franse beleggingsfondsen in vastgoed), colocation (meerdere huurders in één woning) en het gemeubelde verhuurmodel, zit er een wereld van verschil. En geloof me : wat werkt voor je buurman, werkt niet altijd voor jou.
Ik kwam onlangs op https://cepage-immobilier.com terecht – superinteressant trouwens – en hun aanpak om vastgoedkeuzes te vergelijken, heeft me aan het denken gezet. Want of je nu droomt van passieve inkomsten of van elke maand “iets tastbaars” beheren, het loont echt de moeite om even stil te staan bij de drie grote families van investeringen.
SCPI: het gemak van vastgoed zonder de rompslomp
Als je geen zin hebt om huurders te bellen omdat de boiler weer stuk is, dan is SCPI waarschijnlijk jouw ding. Je koopt gewoon een stukje van een vastgoedfonds. Dat fonds bezit kantoren, winkels of woningen, en jij krijgt elk kwartaal je deel van de huurinkomsten.
Franchement, het voelt een beetje als “vastgoed op autopiloot”. Je hoeft niets te doen, behalve af en toe je rendement checken. Gemiddeld zit dat tussen de 4% en 6% per jaar – dat is niet niks, zeker als je weinig tijd hebt.
Het nadeel ? Je ziet je pand nooit. Geen sleutel in handen, geen controle. En de liquiditeit… tja, als je morgen je geld terug wil, kan dat even duren. Maar als je houdt van rust en voorspelbaarheid, is SCPI echt een heerlijke formule.
Colocation : rendement met een vleugje chaos
Ah, colocation. De favoriet van de dynamische investeerder. Je koopt een groot appartement, richt het in met smaak (een beetje Ikea, een beetje vintage) en verhuurt per kamer. Bam : drie of vier huurders, en vaak een rendement van 7% of meer. Niet slecht, hè?
Maar let op : colocation is allesbehalve passief. Je moet de juiste mix vinden tussen de huurders, snel reageren bij conflicten (“Wie heeft de koelkast weer niet schoongemaakt ?!”), en zorgen dat iedereen zich goed voelt.
Toch is het een geweldige optie als je wat pit wil in je investering. Je leert onderhandelen, beheren, en vooral : je krijgt menselijk contact. En eerlijk ? Dat maakt het soms veel leuker dan gewoon cijfers op een scherm volgen.
Gemeubelde verhuur : flexibel, winstgevend, maar niet zonder werk
De gemeubelde verhuur (ofwel meublé) zit tussen de twee in. Je koopt een woning, richt die netjes in – denk aan een comfortabel bed, een degelijke koffiemachine en een paar decoratieve planten – en verhuurt die kort of middellang. Perfect voor expats, studenten of mensen die tussen twee woningen zitten.
Het grote voordeel ? De fiscale behandeling. Je kunt meer kosten aftrekken dan bij een leegstaand pand, en het netto rendement ligt vaak tussen de 5% en 8%. Maar let op : meubels verslijten, huurders wisselen sneller, en het vraagt een tikje meer organisatie.
Persoonlijk vind ik dit type investering ideaal als je houdt van “iets tastbaars”. Je kan letterlijk je appartement laten zien en zeggen : “Daar, dat is van mij.” Dat gevoel is onbetaalbaar.
Dus, wat past bij jou ?
- Geen tijd en je wilt gewoon rendement zonder stress ? → SCPI.
- Avontuurlijk ingesteld, sociaal en niet bang voor een beetje chaos ? → Colocation.
- Praktisch en creatief, met zin om iets moois op te bouwen ? → Gemeubelde verhuur.
Misschien is er geen “beste” keuze, alleen de keuze die bij jouw leven past. Vraag jezelf af : hoeveel tijd wil je erin steken ? Hoeveel risico kan je aan ? En vooral : wat vind je leuk ? Want als vastgoed een last wordt, dan heb je iets verkeerd gekozen.
Persoonlijk ? Ik neig naar gemeubeld. Ik hou van dat menselijke contact, van het gevoel dat mijn appartement echt leeft. Maar hé, dat is mijn ding. En jij, wat zou jij kiezen ?
